Vrijdag sprak Evenepoel met de pers over de Ronde van Lombardije, die zaterdag op het programma staat. Een bijzondere wedstrijd voor de renner uit Schepdaal, want het wordt zijn laatste koers voor Soudal Quick-Step, het team waarmee hij prof werd en zeven seizoenen reed. De Lombardije-koers is voor hem ook beladen, want in 2020 kwam hij daar zwaar ten val.
Toch kijkt hij vandaag met een ander gevoel terug: “Ik denk niet echt meer aan die val van 2020. Dat ligt ver achter me. Wat nu telt, is dat dit mijn laatste koers voor het team is, en dat motiveert me om nog één keer alles te geven. Ik wil de ploeg een laatste cadeau doen. Het zou fantastisch zijn om mijn avontuur hier zo af te sluiten. Ik heb zoveel mooie herinneringen, en ik ben enorm dankbaar voor alles wat ik hier heb meegemaakt.”
Om dat te doen, zal hij echter een man in bloedvorm moeten kloppen: Tadej Pogacar. De Sloveense wereldkampioen lijkt ongenaakbaar op zware eendagswedstrijden, maar Evenepoel blijft strijdvaardig: “Natuurlijk is het mogelijk om Pogacar te verslaan, anders zou ik hier niet zijn.”
Tweede achter Pogacar op zowel het WK als het EK, weet de Belg dat hij een perfecte koers zal moeten rijden om te winnen: “Het is een zware wedstrijd, maar het laatste stuk is vrij lang en recht. We zullen zien hoe het loopt. Ik voel me goed, het is belangrijk om niet te veel energie te verspillen in het begin. Het wordt een finale waarin je niet mag opgeven.”
Na een drukke periode met het WK in Kigali en het EK in Frankrijk, verzekert Evenepoel dat hij goed hersteld is: “Ik zit op mijn hoogste niveau. Op eendagswedstrijden was ik nog nooit zo sterk, al is er nog altijd een verschil met Tadej. Maar ik ben tevreden met mijn vooruitgang, dat is positief. Er is maar één renner beter. Morgen geef ik opnieuw alles.”