Na zes van de zeven onderdelen stond Thiam al aan kop, terwijl Vidts op de vierde plaats stond, net buiten het podium. In de 800 meter zette Thiam de negende tijd neer (2:10.62), wat haar 956 punten opleverde en haar totaalscore op 6.880 punten bracht. De Britse Katarina Johnson-Thompson eindigde met 6.844 punten op de tweede plaats en pakte zilver. Vidts behaalde de vierde tijd in de 800 meter (2:06.38), goed voor 1.018 punten, waardoor ze met een totaal van 6.707 punten het brons veroverde.
Thiam begon de zevenkamp donderdag met een zestiende plaats op de 100 meter horden (13.56; 1.041 punten). Ze won vervolgens het hoogspringen (1m92; 1.132 punten) en het kogelstoten (15m54; 897 punten). De eerste dag sloot ze af met een dertiende plaats op de 200 meter (24.46; 937 punten). Vrijdag werd ze derde in het verspringen (6m41; 978 punten) en eerste in het speerwerpen (54m04; 939 punten).
Vidts eindigde donderdag respectievelijk als derde (13.10; 1.109 punten), vijfde (1m83; 1.016 punten), derde (14m57; 832 punten) en vijfde (23.86; 994 punten). Vrijdag behaalde ze een vierde plaats in het verspringen (6m40) en een dertiende plaats in het speerwerpen (45m00; 763 punten).
De 29-jarige Thiam had al tweemaal olympisch goud op de zevenkamp gewonnen, in Rio de Janeiro (2016) en Tokio (2021), en voegt daar nu haar derde triomf aan toe. De 28-jarige Vidts eindigde in Tokio als vierde, net buiten het podium.