5 september 2025 zal ongetwijfeld de boeken ingaan als een zwarte avond voor Luis Enrique. Terwijl PSG om 22u15 het sleutelbeenbreuknieuws van hun coach en zijn aanstaande operatie bevestigde, verliet ook Ousmane Dembélé kort daarna geblesseerd het veld met een dijbeenletsel. De Parijse vleugelspeler, die in de rust Désiré Doué (met een kuitblessure) was komen vervangen, zakte ineen na een ogenschijnlijk onschuldige versnelling. Zijn pijnlijke gezichtsuitdrukking zei genoeg: zijn wedstrijd was voorbij, net als zijn oproep voor Les Bleus.
De medische onderzoeken bevestigden al snel de ergste vrezen. Volgens RMC Sport zal de aanvaller ongeveer zes weken moeten missen. Zijn afwezigheid komt op een slecht moment: net voor de start van de Champions League tegen Atalanta Bergamo (17 september) en de klassieker tegen Olympique Marseille (21 september). Maar Dembélé dreigt vooral de confrontatie met Lamine Yamal op 1 oktober in de Champions League te missen – een duel dat plaatsvindt amper een week na de Ballon d’Or-ceremonie, die óf de Fransman, óf de Spanjaard zal kronen.
Deze gebeurtenis brengt een gevoelige kwestie opnieuw aan het licht: had hij wel moeten spelen? Dembélé had al last van zijn linkerhamstring tijdens de competitie-wedstrijd in Toulouse (6-3). PSG had de medische staf van het Franse elftal gewaarschuwd, maar ondanks die signalen koos Didier Deschamps ervoor om hem in te zetten: « Ja, ik was ervan overtuigd dat hij een wedstrijd op hoog niveau aankon, anders had ik hem niet laten invallen. Bovendien is het niet hetzelfde been. Medisch gezien was er geen contra-indicatie », verklaarde de Franse bondscoach vrijdagavond, om elke polemiek uit de weg te gaan.
Aan Parijse kant klinkt een heel ander geluid. De club vindt dat Les Bleus hun waarschuwingen in de wind hebben geslagen en is bijzonder verontwaardigd. Volgens de leiding was de vermoeidheid van hun speler een te groot risico op een spierblessure – en dat is nu bewaarheid.