Al enkele jaren jaagt Genk op een nieuwe landstitel. Vice-kampioen in 2021 en 2023, en goed gestart vorig jaar, de Limburgers kwamen vaak heel dicht bij het doel zonder erin te slagen hun vingers op de trofee te leggen. Ondanks de teleurstelling van vorig jaar, lijkt het moeilijk om Genk zich niet te zien kwalificeren voor de top 6 en de Champions’ Playoffs voor een nieuw seizoen.

Wat kunnen we echt verwachten van Genk dit seizoen?

Leren van hun fouten

Zoals eerder vermeld, heeft Genk een echte desillusie meegemaakt in de Playoffs dit seizoen. Na een uitzonderlijke eerste fase, slaagden de Limburgers er helemaal niet in om het tempo van Brugge en de Union bij te houden. Erger nog, de club haalde slechts één punt tegen een Antwerp dat volledig verloren was.

Zelfs als Genk duidelijk minder was dan de twee beste Belgische clubs van het vorige seizoen, waren ze ook niet volledig overheersend. Meer dan een tactisch of technisch probleem, gaf Fink’s club vooral de indruk mentaal los te laten en niet in staat te zijn om zich te sublimeren, in tegenstelling tot de mannen van Hayen en Pocognoli.

Ondanks de paar vertrekken van deze zomer, heeft Genk nog steeds een van de beste teams van het land en vooral enkele echte parels in zijn rangen. Konstantinos Karetsas is ongetwijfeld de beste jonge speler van België, Matte Smets heeft al een selectie bij de Rode Duivels, Ibrahim Bangoura is een echte rots voor de verdediging. De ploeg is jong, diep en van hoge kwaliteit. Wat Genk mist, is die ervaring, dat leiderschap in de kleedkamer dat enkele veteranen zouden kunnen brengen. Daarom is de komst van Daan Heymans ook belangrijk.

Hoe dan ook, Genk heeft een belangrijke verbeteringsmarge en kan de ramp van vorig jaar gebruiken om dit seizoen nog sterker terug te keren. Ze hebben het potentieel.