Half oktober liet DAZN aan de Pro League weten dat het nog steeds geen distributieovereenkomst had kunnen sluiten met klassieke telecomoperatoren zoals Proximus, Telenet of Orange/VOO. Volgens de voorwaarden van de aanbesteding waarop DAZN een bod van 84,2 miljoen euro deed, moest DAZN minimaal met twee traditionele operatoren een distributiedeal sluiten. Door deze “onmogelijkheid om de voorwaarden te respecteren” in te dienen, startte DAZN een procedure — voorzien in de aanbesteding — van bilaterale besprekingen met de Pro League. Die duurt ongeveer twintig dagen. Indien tegen het einde van die periode geen oplossing wordt gevonden, komt er een “bemiddelingscomité”. Dat comité zou samengesteld zijn uit onder meer Lorin Parys en Mathias Lecluse namens de Pro League, en vertegenwoordigers van DAZN (niet langer de Belgische CEO Massimo D’Amario, maar de Londense vertegenwoordigers). Iedere partij zal mogelijk water in de wijn moeten doen. De Pro League wil in elk geval de schade beperken. En als dat niet lukt? Dan zou de Pro League de touwtjes weer in handen krijgen — met een exit-poort uit het contract ; DAZN zou daar geen sleutel voor hebben.
Die periode van twintig dagen loopt binnenkort ten einde — de deadline voor het bemiddelingscomité is gepland voor het einde van volgende week. En daarna? Als de bemiddeling niet slaagt, vallen alle ogen op de Pro League, die dan de controle zou nemen. Met welke scenario’s?
Verschillende scenario’s
Het eerste is eenvoudig: de Pro League zegt tegen DAZN dat ondanks het ontbreken van een akkoord met de operatoren, DAZN zijn verplichting moet nakomen en de competitie via zijn app moet blijven uitzenden — en vooral zijn betaling van 84 miljoen euro per seizoen moet garanderen. Hoe DAZN daarin zal reageren, is onzeker.
Het tweede scenario: de Pro League zegt “stop” tegen DAZN en neemt de controle zelf over door een eigen channel op te richten, naar het voorbeeld van “Ligue 1+” in Frankrijk. Dat Franse project is innovatief en populair bij supporters, maar volgens de eerste schattingen niet echt financieel gunstig voor de clubs. Die oplossing staat momenteel niet bovenaan de voorkeur bij de Pro League, maar het wordt onderzocht. Hoe ver dit zal gaan, is afwachtend.
Intussen, als dit tweede scenario toch werkelijkheid wordt, bevestigt dit onze voorspellingen van het begin van het seizoen: medio juli schreven we dat Telenet en Proximus zouden samenwerken in een soort “kartel” — iets wat zij altijd ontkend hebben — zodat geen operator een akkoord sluit met DAZN. Die operatoren zouden stilletjes gewacht hebben op wat momenteel vorm krijgt. Want als de Pro League echt een eigen kanaal lanceert, zou de productie van de matches mogelijk toevertrouwd worden aan … de firma Woestijnvis, gelinkt aan Telenet! Die zou samen met waarschijnlijk Proximus (partner voor de Champions League, Bundesliga en Premier League) weer in beeld komen. “Het zal interessant zijn te zien of dan opeens de miljoenen waarover vandaag gesproken wordt richting DAZN … als bij toverslag bij de operatoren terugkomen, alsof de investeringen in glasvezel — wat zij als motivatie geven voor onvoldoende liquiditeit tegenover DAZN — dan plots ‘niet meer nodig’ zijn,” vertelt een waarnemer. Op dit scenario blijft iedereen officieel stil: de Pro League, Telenet en Proximus vrij discrete. DAZN geeft louter “no comment”.
Het wordt ons ook gemeld dat de onderhandelingen de laatste dagen nog steeds lopen tussen DAZN en de operatoren. Eén van de operatoren bevestigt zelfs dat de moedermaatschappij van DAZN een Britse onderhandelaar zou hebben aangesteld, “soepeler” en “open” … Voor de vorm? Time will tell. Het optimisme over een signatuur op het laatste moment met Proximus vóór die fameuze deadline blijft aanwezig. Hoe dan ook: de druk neemt toe, met clubs die steeds banger worden voor een “Franse situatie”. Het idee van een nieuwe Pro League-zender in plaats van DAZN is niet los van die druk.
Een 100 % Pro League-channel: echt goed nieuws voor de clubs?
Er blijft de vraag hangen: zou een compleet eigen Pro League-kanaal winstgevend zijn voor de Belgische clubs? Het Franse voorbeeld roept ernstige vragen op. In Frankrijk moest de LFP zich deze zomer haasten om “Ligue 1+” te lanceren. De prijs? Zeer toegankelijk — ongeveer 15 euro per maand afhankelijk van het aanbod. Nicolas de Tavernost, de baas van de zender en ex-topman van M6, stelt dat het een succes is met meer dan een miljoen abonnees. De populariteit lijkt dus aanwezig. Maar er is een grote kanttekening: het moet niet alleen een goede tv-zender zijn, maar vooral voldoende winst genereren om de club(economie) te ondersteunen. Le Figaro schreef onlangs: “Daar wringt het schoentje. Want je moet van de abonnementsprijs af: btw, ‘taxe Buffet’, financiering van de verschillende bonden, solidariteit met Ligue 2, de ‘redevance’ van CVC, productie-kosten en exploitatiekosten van de Ligue. Optimistisch geraamd, zou de bruto omzet via abonnementen 100 miljoen euro kunnen bereiken, maar je moet dan de commissies van de distributiepartners aftrekken … Voor de Franse clubs zou er dan slechts circa 50 miljoen euro overblijven voor de clubs.” Dat is drie keer minder dan in Nederland.
Rekenwedstrijd
Als je dit vertaalt naar onze competitie, dan zou er misschien slechts een tiental tot enkele tientallen miljoenen overblijven — denk aan 20 tot 30 miljoen — om te verdelen tussen de clubs (in plaats van de 84 miljoen beloofd aan DAZN). Sommige insiders spreken van een ramp. “Het zou het slechtste scenario zijn, maar ook niet onrealistisch,” benadrukt één waarnemer.
Dus, een 100 % Pro League-kanaal vanaf januari 2026? Als dit scenario werkelijkheid wordt in België, zouden operatoren waarschijnlijk weer de productie in handen krijgen. En de clubs moeten bidden dat zij de juiste prijs krijgen. Wat gebeurt er dan met DAZN? Het is niet uitgesloten dat het nieuwe kanaal aangeboden wordt via de DAZN-app. Maar zeker niet aan 84 miljoen euro per jaar … De clubs gaan hun rekenmachines moeten gebruiken. En hopen. We zijn er nog niet, maar in Frankrijk geloofde men in april vorig jaar nog nauwelijks dat het zou gebeuren. En toch gebeurde het. In België denken we erover, maar de ervaring uit Frankrijk kan sommige enthousiasme temperen.













