In de 200 meter, de vierde en laatste discipline van de dag, kwam Thiam tijdens de eerste reeks als achtste en laatste over de streep in een tegenvallende 25.52 (pr: 24.37). Daarmee was ze de traagste van alle deelneemsters en scoorde ze slechts 840 punten. Daardoor moest ze haar tweede plaats in de tussenstand uit handen geven.
Anna Hall liep in de derde en laatste reeks naar de tweede plek in 23.50 (pr: 22.88). Dat leverde haar 1.029 punten op.
In de tussenstand leidt Hall met 4.154 punten voor de Ierse Kate O’Connor (3.906 punten) en de Britse titelverdedigster Katarina Johnson-Thompson (3.893 punten). Thiam volgt als zesde met 3.818 punten. De Naamse startte de zevenkamp vrijdag met 13.61 op de 100 meter horden (1.034 ptn), gevolgd door 1m89 in het hoogspringen (1.093 ptn) en 14m85 in het kogelstoten (851 punten).
Morgen/zaterdag volgen nog het verspringen (4u35), het speerwerpen (12u) en de afsluitende 800 meter (14u11). De 31-jarige Thiam staat dan voor een serieuze inhaalrace als ze voor de derde keer wereldkampioene wil worden, na 2017 en 2022. Het verspringen en speerwerpen zijn wel twee van haar sterkste disciplines.
Ook Johnson-Thompson heeft al twee wereldtitels op zak. Twee jaar geleden won ze in Boedapest, toen Thiam out was door blessureleed, voor Hall. In 2019 klopte ze Thiam in Doha.
Anna Hall deed eerder dit seizoen al van zich spreken toen ze op de prestigieuze meeting in Götzis het kampioenschapsrecord van Thiam afsnoepte (7.032 punten).
