De langverwachte Strade Bianche-rit van de Ronde van Italië is zondagmiddag van start gegaan in Gubbio. Wout van Aert, winnaar van Strade Bianche in 2020, kijkt al een tijd uit naar de etappe en geeft zichzelf een «kleine kans», zei hij bij het vertrek.
«Uiteraard kijk ik hier erg naar uit», vertelde de Kempenaar van Visma | Lease a Bike in zijn verschillende startinterviews. «Het is altijd speciaal om dit soort ritten in een grote ronde te hebben. Zeker door mijn herinneringen aan deze streek. Ik heb een mooie reeks neergezet in de Strade. Dit is een parcours dat ik supergraag doe.»
Van Aert hield in de voorbereiding op de Giro een kort trainingskamp in Toscane. Ondanks zijn virale infectie, die uiteindelijk zijn hele voorbereiding heeft verstoord, kon hij toen wel de etappe verkennen. «Ik heb toen de ’sterrati’ weer kunnen bekijken. Het was al een tijdje geleden dat ik aan de start van Strade Bianche stond, dus was het goed om het toen terug te zien.»
Binnen zijn ploeg krijgt Van Aert ondanks zijn conditionele achterstand een vrije rol. Hij hoeft zich dus niet te bekommeren om klassementsrenner Simon Yates. «Ik kan zelf voor de rit gaan en in de aanval proberen te gaan. Het hoeft niet per se vanuit een vlucht te gebeuren, maar de grootste kans voor de ritzege ligt wel daar, denk ik. Ik heb een kleine kans, en als ik in de vlucht geraak, dan probeer ik die te benutten. Ik ben gematigd optimistisch.»
De Strade Bianche-rit van de Giro bevat in totaal 29 kilometer aan onverharde wegen, verdeeld over vijf stroken, allemaal in het tweede deel van de etappe. Na 181 kilometer ligt de finish net als in Strade Bianche op de iconische Piazza del Campo in Siena, na de steile beklimming van de Via Santa Caterina.
