Het circuit van Sepang stelde zowel rijders als motoren zwaar op de proef, met temperaturen van 35 °C in de lucht en 55 °C op het asfalt. De extreme omstandigheden maakten de bandenkeuze en het racebeheer cruciaal. De afwezigheid van Marc Márquez, Jorge Martín en Maverick Viñales zorgde bovendien voor een herschikking van het veld, met testrijders die hun kans kregen.
Bij de start behield Francesco Bagnaia zijn polepositie, maar Pedro Acosta nam al snel de tweede plaats over, na inhaalacties op Morbidelli en Márquez. Álex Márquez reageerde onmiddellijk en passeerde de jonge Murciaan in bocht 4, terwijl Mir in duel ging met Morbidelli om het podium. De race bleef spannend dankzij een reeks spectaculaire gevechten tussen Acosta, Bagnaia en Márquez.
Valpartijen en wendingen
Pol Espargaró en Raúl Fernández gingen van de baan, terwijl Oliveira na een val uit de punten bleef. Bagnaia, die halverwege de race nog aan de leiding ging, kreeg te maken met een technisch probleem en moest opgeven, waardoor Márquez vrij baan kreeg en het Spaanse trio zijn voorsprong kon uitbouwen. De beheersing van de banden en de hitte bleek doorslaggevend, vooral voor Acosta op zijn KTM.
Aan de finish controleerde Álex Márquez zijn voorsprong met overtuiging. Pedro Acosta en Joan Mir vervolledigden een historische Spaanse hattrick in Sepang. Een intense race waarin strategie, inhaalacties en uithoudingsvermogen het verschil maakten — en die een memorabel moment markeerde voor het Spaanse MotoGP.
