Hoe onwaarschijnlijk het ook klinkt: Besnik Hasi is sinds maandag, na het ontslag van Thorsten Fink bij Racing Genk, de Pro League-trainer die het langst in functie is. Nochtans kwam de Kosovaar pas op 20 maart naar Anderlecht om David Hubert op te volgen – nog geen negen maanden geleden. Dat betekent dat alle 16 clubs in de Pro League in die periode van coach zijn veranderd, wat onvermijdelijk vragen oproept over de continuïteit van de projecten bij de Belgische clubs.
Maandag werd Fink ontslagen omwille van tegenvallende resultaten, en daarmee is hij het meest recente voorbeeld van de voortdurende trainerscarrousel in onze competitie. Een week eerder werd Nicky Hayen tot ieders verbazing aan de deur gezet bij Club Brugge, wat een opmerkelijk stoelendansje in gang zette: Ivan Leko trok naar blauw-zwart, terwijl Rik De Mil Charleroi verliet om de Kroaat bij AA Gent te vervangen. In één week tijd hebben dus vier clubs van coach gewisseld.
Weinig tot geen continuïteit
We herinneren ons ook het eerdere vertrek van Sébastien Pocognoli naar Nice, waardoor Union genoodzaakt was David Hubert bij OHL weg te plukken. Iets gelijkaardigs gebeurde bij Standard, dat afscheid nam van Mircea Rednic om plaats te maken voor Vincent Euvrard, die daardoor opstapte bij Dender. Nog recenter besliste Antwerp om na een rampzalige seizoensstart Stef Wils aan de kant te schuiven en Joseph Oosting aan te stellen.
Alles wijst in dezelfde richting: zodra een ploeg niet draait, is de trainer meer dan ooit het eerste en vaak enige scharnier dat sneuvelt. En dat gebeurt duidelijk ten koste van de continuïteit van de clubprojecten, die vandaag niet langer de hoogste prioriteit lijkt te zijn.













