“Wij gaan hier een WK brengen, dat is zeker. We zullen zien over welk WK het precies gaat,” verklaarde Infantino tijdens een bezoek aan La Paz ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de Boliviaanse voetbalbond (FBF).
Het organiseren van internationale wedstrijden in het Andesland is al jarenlang een terugkerend discussiepunt, vooral bij buurlanden als Brazilië en Argentinië, die zich benadeeld voelen door de extreme omstandigheden. Bolivia beschikt namelijk over enkele van de hoogstgelegen stadions ter wereld, waar de ijle lucht het voetballen bijzonder zwaar maakt voor spelers die er niet aan gewend zijn.
Begin 2024 werd het stadion van El Alto, gelegen op 4.083 meter boven de zeespiegel, officieel gehomologeerd. Ook andere stadions in het land liggen boven de 3.000 meter. Hoewel de steun van Infantino politiek gewicht heeft, ligt de uiteindelijke beslissing over de toewijzing van een WK bij de meer dan 200 FIFA-leden.
In 2007 had de FIFA internationale wedstrijden boven 2.500 meter verboden om de gezondheid van de spelers te beschermen — een maatregel die ook landen als Peru, Ecuador en Colombia trof. De voetbalautoriteiten van de Andeslanden protesteerden destijds fel, met het argument dat spelen in extreme hitte aan zeeniveau veel gevaarlijker was. Uiteindelijk trok de FIFA die beslissing in 2008 weer in.
