Wout van Aert duikt op zaterdag 20 december tijdens de Wereldbekermanche in Antwerpen voor het eerst dit seizoen het veld in. De Kempenaar neemt in totaal aan acht crossen deel, waaronder het Belgisch kampioenschap in Beringen. Dat maakte zijn ploeg Visma-Lease a Bike maandagochtend bekend via sociale media.
De 31-jarige Van Aert keert zo net als de afgelopen jaren tijdens de kerstperiode en het begin van het nieuwe jaar terug naar het veld. «De kerstperiode is sowieso een fase van het veldritseizoen waar ik graag bij ben», vertelt Van Aert. «Vanwege de crossen zelf, de grote hoeveelheden supporters die aanwezig zijn dankzij de vakantie en het feit dat crossen op dat moment in mijn voorbereiding op de grote klassiekers op de weg perfect in mijn opbouw past.»
Naast de wereldbekerwedstrijden in Antwerpen (zaterdag 20 december), Dendermonde (zondag 28 december), Zonhoven (zondag 4 januari), de X2O Badkamers Trofee-crossen in Hofstade (maandag 22 december) en Loenhout (maandag 29 december), de Superprestigemanche in Heusden-Zolder (dinsdag 23 december) en de Exact Cross in Mol (vrijdag 2 januari) zal Van Aert ook aan de start staan van het Belgisch kampioenschap in Beringen (zondag 11 januari). «Een kampioenschapstrui motiveert altijd», gaat de vijfvoudige Belgische kampioen verder. «Het is al even geleden (van januari 2022, red.) dat ik er aan de start kon staan, dus ik ben blij dat het nu past in mijn kalender. Ik kijk ernaar uit om daar en tijdens de andere crossen het beste van mezelf te geven en de supporters weer te ontmoeten.»
Tijdens de crossen in Antwerpen, Hofstade, Loenhout, Mol en Zonhoven kruist Van Aert de degens met Mathieu van der Poel, die afgelopen vrijdag al zijn veldritkalender bekendmaakte. Over een deelname aan het WK op 1 februari in het Nederlandse Hulst, waar Van der Poel alleen recordhouder wil worden met acht wereldtitels, is geen sprake.
Van Aert opende vorig jaar zijn veldritseizoen met een vierde plek in de Azencross in Loenhout, waarna hij in afwezigheid van Van der Poel wel won in Gullegem en Dendermonde. Na een nieuwe vierde plek in het Spaanse Benidorm eindigde de drievoudige wereldkampioen als tweede in Maasmechelen en op het WK in het Franse Liévin, telkens achter zijn Nederlandse rivaal.
