Thymen Arensman (INEOS Grenadiers) heeft zaterdag de veertiende rit in de 112e Ronde van Frankrijk op zijn naam geschreven. De Nederlandse klimmer soleerde tijdens de 182,6 kilometer zware bergrit tussen Pau en Luchon-Superbagnères vanuit de vroege vlucht naar de zege.
De Sloveense geletruidrager Tadej Pogacar (UAE Emirates-XRG) won op een dikke minuut het sprintje bergop van zijn Deense rivaal Jonas Vingegaard (Visma-Lease a Bike) en finishte als tweede. De Duitser Florian Lipowitz (Red Bull-BORA-hansgrohe) werd vierde en nam na de opgave van Remco Evenepoel (Soudal Quick-Step) zowel de witte trui als de derde plek van de dubbele olympische kampioen in het algemene klassement over.
Voor de 25-jarige Arensman was het nog maar zijn vierde profzege, zijn tweede dit seizoen. Eind april pakte de Nederlander ook al uit met een knappe solo in de vierde rit van de Tour of the Alps (2.Pro).
Morgen/zondag staat er een overgangsetappe van 169,3 kilometer op het programma tussen Muret en Carcassonne. Onderweg liggen twee klimmetjes van derde categorie en een klim van tweede categorie. Maandag krijgt het peloton voor de tweede keer in deze Tour een rustdag voorgeschoteld.
Voor Arensman was het de vierde profzege, na onder meer een etappe in de Vuelta van 2022. «Ik kan dit niet echt geloven», zei de 25-jarige Tourdebutant. «Ik deed dit jaar al de Giro en werd na afloop ziek. Maar na een paar Giro’s en Vuelta’s wilde ik ook van de Tour proeven, de grootste koers ter wereld. Ik was naar hier gekomen om ervaring op te doen. Dan een rit winnen is ongelooflijk.»
«Ik moest geduldig zijn tijdens de eerste week, want het waren toen ’punchy’ ritten. Het was wachten op de bergen. Tijdens mijn eerste kans, de rit naar Mont-Dore, was ik al tweede. Dat was al fantastisch voor mijn eerste Tour. Nu dit doen is ongelooflijk, zeker de manier waarop. Ik had fantastische benen. Dit is de vorm van mijn leven.»
Arensman was de sterkste klimmer in een vroege vlucht en overleefde de druk van achteren uit van Jonas Vingegaard en Tadej Pogacar. «Toen ik op de Peyresourde hoorde dat we drie minuten hadden, wist ik dat dat wellicht niet genoeg zou zijn en dat ik moest aanvallen. Al was dat misschien zelfmoord. Ik was aan het uitdoven op de slotklim, maar de fans gaven me extra watts. Ik kan niet geloven dat ik de rest heb afgehouden.»