Tijdens de slotminuten van het duel in de Ligue 1 maakte Donnum een opvallend gebaar na een duel met zijn tegenstander Simon Ebonog: hij zwaaide met zijn hand voor zijn neus terwijl hij naar de Havre-speler keek. De scheidsrechter greep niet in tegen Donnum, maar gaf wél geel aan Ebonog en aan diens coach Didier Digard, die verhaal waren gaan halen.
Dat zorgde na afloop voor grote woede bij de coach van Le Havre. “Ik wil wel geloven dat de scheidsrechter het niet heeft gezien, maar dit is heel, heel ernstig. Als we zeggen dat het niets met racisme te maken heeft, wat is het dan? Zeggen dat mijn speler stinkt? Mag je zulke dingen zeggen op een voetbalveld? Is dat niet vernederend, niet kwetsend?”, reageerde Digard furieus bij Ligue 1+.
Hij vervolgde: “Dit gaat boven het voetbal uit. Ik wil niet invullen wat iemand denkt, maar de minste interpretatie hiervan is dat het een vernedering is van mijn speler. Als dit zomaar kan, dan is het voetbal niets meer voor mij. Ik voel me steeds verder verwijderd van een maatschappij waarin men zoiets laat passeren. Afhankelijk van waar mensen vandaan komen, weten ze heel goed wat dit gebaar betekent. In het slechtste geval, als hij dat doet (hij maakt het gebaar van Donnum na), zegt hij dat mijn speler stinkt. Ik kreeg geel voor ‘hevig protesteren’. En voor publieke vernedering is er geen sanctie? Is dat het Franse voetbal? We zijn de verkeerde weg ingeslagen.”
Donnum: “Dit heeft niets met racisme te maken”
De Noor verdedigde zich later bij RMC Sport en benadrukte dat zijn gebaar niet racistisch bedoeld was, al gaf hij toe dat het ongepast was. “Het is gek dat men zoiets zegt. Ik denk dat ze op me afkwamen om te vechten. Het eerste wat ik voelde, was zijn adem. Daarom deed ik zo (hij maakt het gebaar met de hand voor zijn neus) omdat het slecht rook. Het heeft niets met racisme te maken. Ik begrijp niet waarom ze dat zeggen. Misschien had ik dat niet moeten doen, maar in plaats van te reageren zoals ik normaal zou doen, deed ik dat en liep ik weg.”
“Het is niet de eerste keer dat ik dat doe. Ik heb het al eerder gedaan, en mijn ploegmaats ook. Het is erg ongemakkelijk om me hierover te moeten verantwoorden, ik weet niet wat ik moet zeggen, ik voel me verdrietig. Het is gek dat iemand zoiets beweert. Ik ben opgegroeid in een omgeving met mensen van alle achtergronden, ook mijn beste vrienden. Voor mij is het onbegrijpelijk dat men dat zegt.”













